dinsdag 24 november 2009

St Anthonisheide (NB)

24-11-2009 St Anthonisheide (NB)

Afgelopen zaterdag gingen we eindelijk weer eens een stuk lopen, deze keer bij Sint Anthonis (NB).
We liepen over een zanderig pad met links van ons bos en rechts van ons stuifzand. Een groepje kuifmezen was in de bomen op zoek naar voedsel. In een eik ontdekten we de ‘nesten’ van de eikenprocessierups. Het ziet er zo vies uit: veel spindraden tot een groot nest gemaakt waar vieze rupsen met grote haren in zitten. Of de overblijfselen daarvan. En veel uitwerpselen. Brrrr, bah, bah, bah! Ook stond er een jonge spar waarop een grote knobbel van hars zat: het ‘huis’ van de Harsbuilmot. Later kwamen we op de heide. Het was een mooi en groot heidegebied en het zonnetje scheen, heerlijk! We konden ons niet bedwingen en zochten de heideplanten langs het pad af op rupsen, vlindertjes en eventueel ander gespuis.
We zagen een paar vedermotten (Emmelina monodactyla), de restanten van de dennenspinselbladwesp (alias gewone spinselbladwesp, Acantholyda hieroglyphica) en een kleine wintervlinder (Operophtera brumata) die ten prooi was gevallen aan een spin. In een pol met heide vond Remco 2 rupsen, eentje van de granietuil (Lycophotia porphyrea) en een voor ons tot nog toe onbekende soort, al is de kans groot dat het een Geelvleugeluil (Thalpophila matura) is. Intussen sprong er een bruine kikker uit de heidepol. Genoeg te zien dus!
Granietuil - Lycophotia porphyrea
Geelvleugeluil (Thalpophila matura )?
Aan een ander heidestruikje zag ik een Grote wintervlinder (Erannis defoliaria) hangen. Ik ging op mijn hurken zitten om een foto te maken, de lens zo dichtbij als mogelijk. Opeens bewoog de vlinder heel snel; hij was gegrepen door een spin! Dag mooie Grote wintervlinder… Daarna zagen we nog een Kleine wintervlinder (Operophtera brumata) en een groene sluipwesplarve.
Het zonnetje scheen intussen en de temperatuur was zeer aangenaam, zeker voor eind november. We hadden allebei 2 dunne wandeltruitjes aan maar zelfs tijdens het zoeken (en dus stil staan) hadden we het niet koud. Tussen het mos en gras stond een rupsendoder, een klein oranje paddestoeltje dat parasiteert op de rupsen/poppen van vlinders. Op het uitgestrekte heideveld zagen we een grote vogel. Tenminste, hoe groot is groot? De vogel hupte snel over de heide, we hadden geen idee wat het kon zijn. De afstand tussen ons en de vogel was ook vrij groot, wat het al helemaal moeilijk maakte. Gelukkig konden we via het forum op Waarneming.nl aan de juiste naam komen; een Grote lijster. Niet bijzonder of zo, maar toch leuk om een naampje bij het beestje te hebben. Remco heeft er een filmpje van gemaakt (van veraf genomen, zonder statief, geen topkwaliteit dus, maar wel mooi om de vogel te zien bewegen): http://www.youtube.com/watch?v=P66BYdTN-XI
Afgezien van de rupsjes en vlinders was het rustig op de heide. Een enkele jogger kwam langs, maar daar bleef het ook bij. Heerlijk, zo’n heel heideveld ‘voor jezelf’. Intussen hadden we al wel een aardig tijdje naar beestjes gezocht en waren we wat lopen betreft geen steek opgeschoten… Als we de hele dag de tijd hadden gehad was dat geen probleem geweest, maar we moesten echt uiterlijk om 16.00 uur weer thuis zijn, dat hield in dat we om 14.30 uur uiterlijk bij de auto moesten zijn. De kans dat we dat gingen halen was redelijk klein, we hadden namelijk nog aardig wat kilometers voor de boeg. We besloten nog even door te zoeken en dan een lekker vroege pauze te nemen. Daarna zouden we 10 km bos overslaan waardoor de route dus met 2 uur werd ingekort. We kwamen bij het punt dat we de verkorte route konden nemen maar liepen nog even een stukje van de lange route want iets verderop zagen we een geschikte pauzeplek. Tussen het punt waar we stonden en het punt waar we pauze wilden houden stonden meerdere eiken. Altijd leuk om te kijken wat er op de stam te vinden is! En reken maar dat we van alles zagen!!! Neem bijvoorbeeld de twee kleine, aan elkaar geplakte herfstblaadjes waar duidelijk een klein rupsachtig ietsje in zat verstopt.
Ook zagen we 2 verschillende kokermotjes in hun kokertjes, zaten ‘vleugelloze’ vrouwtjes en gevleugelde mannetjes van de Kleine wintervlinder en de Najaarsspanner op de boomschors, net zoals een microvlindertje: waarschijnlijk een vrouwtje Herfstkortvleugelmot (Diurnea lipsiella). Het mannetje daarvan zijn we eerder al eens tegen gekomen, maar deze ziet er totaal anders uit. Zowel qua kleur, tekening én vleugelvorm zijn ze niet met elkaar te vergelijken. Ook hier bood het forum weer hulp. Van deze soort hebben de vrouwtjes blijkbaar ook zulke kleine vleugeltjes dat ze niet kunnen vliegen. We vonden de vleugeltjes niet echt heel klein, maar door de puntige vorm er van kan je je wel voorstellen dat het lastig vliegen is.
Herfstkortvleugelmot (Diurnea lipsiella) 
Toen we het 2e deel van de eikenstammen hadden onderzocht legden we ons picknickkleed neer op een grasstrook aan de rand van de heide. Op het kleine heideveldje achter ons (verder lag er achter ons bos) kwamen steeds meer schapen tevoorschijn. Ze waren best nieuwsgierig maar bleven op veilige afstand en liepen ook gelijk weg toe we in beweging kwamen. We genoten van het zonnetje, de temperatuur, het uitzicht, we genoten van alles. Van alle beestjes die we hadden gezien, van de relaxte wandel/zoektocht en ook alvast van alles wat nog zou komen.
Na deze pauze liepen we langzaam terug naar de aftakking van de verkorte route. Langzaam omdat we de eerste helft van de boomstammen ook wilden bekijken. We zagen een Grote wintervlinder, kokermotten, eikenprocessierupsen/nesten (nogmaals bah, bah, bah), Kleine wintervlinders, een Kromzitter (Asteroscopus sphinx) en een paar dode Najaarsspanners (het zijn allemaal vlindersoorten trouwens!)
We lieten de heide achter ons en kwamen door een smalle strook bos opeens bij akkers en weilanden terecht. Blijkbaar hadden we de heide plotseling verlaten voor boerenland, heel apart. In het zonnetje liepen we verder, richting het dorpje Oploo. Ergens raakten we iets van de route af maar vonden hem in het dorpje gelukkig weer terug. Vanaf hier was het nog een paar kilometer lopen naar de auto in Sint Anthonis, waar we om 12.45 uur aan kwamen. Op het moment dat we weg reden was de zon plotseling verdwenen achter een wolkendek, we hadden dus echt mazzel gehad met die mooie ochtend!

donderdag 19 november 2009

Rupsen zoeken

19-11-2009 Rupsen zoeken

Deze avond zouden we met Vlinderwerkgroep IVN Eemland op zoek gaan naar rupsen van de nachtvlinders. Deze laten zich overdag niet zien maar komen met het donker tot leven. Spannend!!!
Met onze kleine zaklampjes (en 2 ‘schijnwerpers’) betraden we afgelopen dinsdagavond het terrein van voormalig ziekenhuis Zonnegloren te Soest. Er was toestemming gekregen om hier na zonsondergang een kijkje te nemen met de Vlinderwerkgroep, goed geregeld dus.
De coördinator had het terrein al een beetje verkend en wist, zelfs in het donker, waar we naar toe moesten. Op een eik had ze wat smeer gesmeerd. Op het smeer zaten alleen maar pissebedden en hooiwagens, maar de rest van de boomstam was bezaaid met vlindertjes. Overal waar we keken zagen we kleine, wit/zilveren vlindertjes op de boomstammen zitten maar ook hangend in de grassen, aan bramen en andere planten. Het konden Kleine wintervlinders (Operophtera brumata) zijn maar ook de zeldzame Berkenwintervlinder (Operophtera fagata).
De opdracht was natuurlijk om een paar zeldzame exemplaren te vinden. We leerden waar we op moesten letten om de zeldzame van de algemene soort te onderscheiden:
De achtervleugel van de Berkenwintervlinder is lichter van kleur en de voorvleugels hebben meer glans en een rondere vleugelpunt dan die van de Kleine wintervlinder. Maar eerlijk gezegd: het is geen sinecure, ik vind ze allemaal klein en glimmend wit/zilver in het schijnsel van een zaklamp…
We hebben echt honderden (misschien wel duizenden!) Kleine wintervlinders gezien, het was prachtig. Soms liep je door een ‘wolk’ van fladderende vleugeltjes. Op elke beuk en eik zaten tientallen mannelijke vlindertjes te wachten op een beschikbaar vrouwtje. En echt waar: ze zaten in de rij! De mannetjes dus, want op elke boom zaten tig keer meer mannetjes dan vrouwtjes. De mannen moesten hun lusten inhouden tot ze eindelijk aan de beurt waren en de vrouwtjes werden ten prooi gesteld aan ‘groepsverkrachting’. Best sneu toch, voor beide geslachten?!
Het kan ook zijn dat we te vroeg waren voor de vrouwtjes, ze schijnen pas vanaf 23.00 uur echt actief te worden.
Tussen de honderden Kleine wintervlinders ontdekten we een enkele Najaarsspanner, een mannetje Grote wintervlinder, een vrouwtje Grote wintervlinder en een Bosbesuil. En natuurlijk een paar zeldzame Berkenwintervlinders.
Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die nu denken: “Maar jullie gingen toch rupsen zoeken?” Ja, dat klopt, we hebben er alleen geen eentje gezien! Maar dat kan ook komen omdat we zo onder de indruk waren van de enorme hoeveelheid nachtvlindertjes om ons heen dat we helemaal zijn vergeten om rupsjes te zoeken…
Na ruim anderhalf uur door het donkere bos te hebben gelopen liepen we weer terug naar de parkeerplaats. We hoorden een uil roepen, en iemand met verstand van vogels kon ons vertellen dat het een vrouwtje bosuil was. Bij de auto’s aangekomen werd gevraagd (door degene die zowel geïnteresseerd is in vlinders, vogels, fotografie en sterren) of we nog zin hadden om even door de telescoop naar de sterrenhemel te kijken. Natuurlijk wilden we dat! Het was een prachtig heldere hemel, vol met sterren. Eerst bekeken we de open sterrenhoop Pleiaden of Zevengesternte, een (relatief) jonge groep sterren van 100 miljoen jaar. Ze maken zich net los van de gaswolk waaruit ze ontstaan zijn.
Daarna werd de kijker gericht op een ster van sterrenbeeld De Grote Beer. Hij liet ons kijken naar Mizar, en het tweede sterretje erbij, Alcor. Dit is een visuele dubbelster, ze staan niet echt dicht bij elkaar maar toevallig in dezelfde richting. Mizar zelf is wel een echte dubbelster. Met het blote oog is de visuele dubbelster nauwelijks te zien. Bij de Indianen werd het gebruikt als test om te controleren of je goede ogen had.
Tot slot konden we een blik werpen op de planeet Jupiter. We zagen de 4 manen en konden zelfs, bij een vergroting van 60x, twee bandjes over de planeet zien lopen. Dit zijn wolkenbanden en de Aarde past er gewoon compleet in zo'n bandje. Met een grotere telescoop is de Grote Rode Vlek te zien, een storm die al eeuwenlang woedt en waar de Aarde ook 3x in past.
Het was een wonderlijk mooie vlindertocht met een leuke afsluiter. Wat een bijzondere ervaring om tussen zoveel vlindertjes door te lopen, wat geweldig om al die zilveren vleugeltjes, het licht van de zaklampen weerkaatsend, op een donkere boomstam te zien. We hebben er op en top van genoten!
Als toetje, voor de liefhebbers, hier de link naar een kort filmpje van een spin die een Kleine wintervlinder als prooi heeft. Hij (of zij) is er druk mee aan het slepen! Moord en doodslag dus, maar gelukkig waren er meer dan genoeg andere Kleine wintervlinders die nog wel leefden!

zaterdag 14 november 2009

Vlinders in het najaar

14-11-2009 Vlinders in het najaar

Ook nu de dagen korter en donkerder worden valt er nog genoeg te zien op vlindergebied. Dagvlinders laten zich vrijwel niet meer zien (tenminste, niet aan ons) maar de nachtvlinders en micro’s zijn nog steeds te vinden.
Op een zondag in november maakten we een wandelingetje over een heidegebied bij Soest. Het was erg druk met mensen, maar gelukkig zagen we ook wat vlinders.
 
Op een berk zat een mannetje Kleine Wintervlinder (Operophtera brumata) (foto hierboven) en aan de andere kant van de stam zat een vrouwtje van een Najaarsspanner (Agriopis aurantiaria) (foto hieronder); de vrouwtjes van beide soorten hebben geminimaliseerde vleugeltjes die amper opvallen dus je weet gelijk of het een mannetje of een vrouwtje is.
  
Er zijn meer vlinders die vleugelloze vrouwtjes hebben, zoals de Grote Wintervlinder (Erannis defoliaria):
We kwamen bij een stukje heide dat in een delletje in de schaduw lag. Het was een uur of drie ’s middags en ruim boven 0, maar hier vroor het, alles wat wit. We hadden al even geen vlindertjes gezien en ik vond dat we ze, net als gisteren, gewoon moesten kunnen zien hangen. Ik had de woorden nog niet uitgesproken of ik zag een vlindertje aan een heideplantje hangen! De vlinder was prachtig versierd met druppeltjes. Het bleek een Grote Wintervlinder te zijn (foto hieronder). 

Tot eind december kunnen we deze mooie vlinder nog tegen komen, wat we ook  zeker hopen te doen! 
Als toetje nog een foto van een Grote Wintervlinder.