zaterdag 15 mei 2010

Groene Hart IVN Eemland excursie

Terugblik excursie Groene Hart, natuurgebied De Willeskop

15 mei 2010, door Violet Middelman

Een IVN-excursie naar het Groene Hart, onbekend terrein voor velen.

Op zaterdagochtend 8 mei verzamelden we, ongeveer 15 man/vrouw, bij de Oude Kerk in Soest. Het regende zachtjes, een grauw begin van de dag. We reden naar Benschop waar we parkeerden bij Zorgboerderij De Haan van de Stichting Abrona. Bij het bezoekerscentrum van De Utrechtse Waarden (op het terrein van Zorgboerderij De Haan) begonnen we met koffie en thee. Corry Heus, organisator van de excursie, had twee vlaaien meegenomen die met veel smaak werden verorberd.

Voordat we op pad zouden gaan kregen we een korte doch duidelijke beschrijving over het gebied van onze IVN-gids Carin Laarman, afdeling IVN Nieuwegein-IJsselstein. Het gebied dat we zouden bezoeken bestond uit oude houthakkades en een stuk ‘nieuwe natuur’. In het verleden is het gebied op de schop genomen, het is nu een groene zone. Er zijn plassen en natte gedeeltes gemaakt. Het gebied is in 2002 ‘opgeleverd’ en heeft zich intussen ontwikkeld tot een mooi stukje natuur. Veel vogels op en bij het water, veel insecten op de bloemrijke graslanden en slootranden.


foto: Peter van der Wijst


Rond een uur of tien gingen we het land in. We volgden een graspad langs weilanden en een drassige strook. Peter (van der Wijst) wist een langs vliegende reiger te benoemen als Purperreiger. Hij wees ons op verschillende vogelgeluiden en benoemde een grote, overvliegende roofvogel tot vrouwtje Bruine kiekendief. Gierzwaluwen en Boerenzwaluwen waren druk op jacht naar insecten, schitterend om te zien.

Bij de uitkijktoren en de plassen aangekomen zagen we veel vogels op en bij het water. Veel Knobbelzwanen, een Visdiefje op een stammetje in het water, een Lepelaar, Indische gans, Nijlganzen, Aalscholvers en nog veel meer.

We gingen verder over een houthakkade en ontdekten een mooie, harige rups, welke van de vlindersoort Rietvink bleek te zijn.


Rietvink - foto: Violet Middelman


Terwijl ik een macrofoto maakte, met mijn lens bijna op de rups, stond Peter op een paar meter afstand met zijn telelens een foto van de rups te maken! Verschil moet er zijn! Toch vond hij de rups mooi genoeg om zijn telelens te verwisselen voor een macrolens. Dat verwisselen duurde wel even, dus al gauw liep de groep verder en bleven we met z’n tweetjes achter. Na een aantal foto’s verwisselde Peter zijn lenzen weer en hoorde een IJsvogel roepen. Prachtig natuurlijk!

Toen we eindelijk weer aan de wandel gingen liep de groep een flink eind voor ons. Halverwege stond Remco ons op te wachten: hij had weer een rups van de Rietvink gevonden. Even later zagen we een vogelnest, waarschijnlijk van een Merel, in een half holle, omgevallen boomstam. Het nest was al verlaten, er lag nog een halve eierschaal naast. Het zag eruit alsof het broedsel goed was uitgekomen.

Een klein stukje verderop zagen we een libel (juffer) rustig op een blad zitten, een Grote roodoogjuffer.


Grote roodoogjuffer - foto: Violet Middelman


We waren bezig om de groep weer in te halen, maar werden afgeleid door een vliegend insect. Een nachtvlinder? Het beest wilde maar niet stil zitten voor een duidelijke foto, maar we konden een paar plaatjes schieten. Na een beetje hulp via internet blijkt het een soort Schietmot te zijn geweest.

Een smal bruggetje met aan één kant een leuning en meerdere overstapjes over schuine planken bracht ons over een brede sloot naar een volgend gebiedje. Er stond riet waar veel Rietgorzen vertoefden. Aan het eind van dat graspad kwamen we weer een beetje bij de groep. Eindelijk.

Een volgende houthakkade bracht ons uiteindelijk weer naar de plassen en de uitkijktoren. Het zonnetje kwam een beetje door, we kregen het bijna warm! We zagen in de tussentijd nog verschillende soorten insecten, zoals een Schorsvlieg, een mooie mug of wesp, kevertjes en de rups van een Donsvlinder.


Schorsvlieg - foto: Violet Middelman


De excursie eindigde waar hij was begonnen, bij Zorgboerderij De Haan. Op een paar mensen na koos iedereen ervoor om nog iets te eten en/of te drinken bij het theehuis van de boerderij. Het weer was lekker genoeg om dit buiten aan een grote picknicktafel te doen.

Na een mooie en gezellige excursie gingen we daarna allemaal weer op huis aan.

Link's naar externe websites (openen in een apart window of tabblad):

Voor de foto’s van Peter van der Wijst klik hier: http://picasaweb.google.com/PGServe/ExcursieGroeneHart#

Voor de foto’s van Violet Middelman klik hier: http://ivn.wandelavonturen.nl/#202.0

Voor een ieder die wil weten welke waarnemingen we hebben gedaan (welke vogels ed. we hebben gezien):
http://waarneming.nl/user/view/14902?q=&g=0&from=2010-05-08&to=2010-05-08&prov=0&z=1&sp=0&gb=0&cdna=0&page=1

woensdag 5 mei 2010

Vlinderwerkgroep bezoekt vliegveld Deelen, het neusje van de zalm

Vlinderwerkgroep bezoekt vliegveld Deelen, het neusje van de zalm

5 mei 2010, door Violet Middelman

Op donderdag 29 april jl. mochten we met een zeer select gezelschap een bezoek brengen aan vliegveld Deelen. Natuurlijk bezochten we het terrein niet zomaar, het was de bedoeling dat we vlinders zouden inventariseren, zowel dag- als nachtvlinders. Op het vliegveld komt maar liefst de helft (26) van de in Nederland voorkomende soorten dagvlinders (53) voor!

Tijdens een rondje over het terrein in een busje vertelde onze begeleider Cor Kaldenbach (van o.a. de vogelwacht) over de verschillende vegetaties en over hun maaibeleid. Hij wees ons op de aanwezige vogelsoorten en leerde ons de verschillende vogels herkennen d.m.v. de vogelgeluiden en uiterlijke kenmerken.

Op het terrein kwamen veel soorten vogels voor, waaronder de roodborsttapuit, de gewone tapuit, de zwarte roodstaart, de grauwe klauwier, het paapje en de geelgors. De geelgors blijkt aan zijn zang zeer makkelijk herkenbaar: hij zingt een stukje van de 5e van Beethoven!

Later op de ochtend mochten we het veld in. Het was prachtig weer; zonnig met een lichte sluierbewolking. Het veldwerk begon op een heideveldje waar het, naarmate de ochtend vorderde, steeds heter werd. We merkten dat het al lange tijd niet had geregend: de heide was gort- en gortdroog, net als bijvoorbeeld op De Stompert in Soest. En, net als op De Stompert was de heide bruin van de heidehaantjes.

Het mocht er allemaal dood uit zien, er was genoeg leven te bekennen! We vonden al snel verschillende soorten insecten, en ook de verschillende vormen daarvan. We ontdekten zowel eitjes als rupsen en vlinders.

De eitjes die we zagen waren van de vlindersoorten heideringelrups (zeldzaam), veelvraat en kleine nachtpauwoog. We zagen rupsen van de grauwe borstel (zeldzaam), de cocon van een kleine beer en verschillende soorten nachtvlinders en micro’s die rondvlogen of ergens een rustplekje hadden. De mooiste van de vlindertjes was toch wel het vlindertje van de pluimzakdrager. De pluimzakdrager brengt zijn of haar jonge levensjaren door als rupsje in een zelfgemaakt zakje, een kokertje. Het zakje is gemaakt van allerlei materiaaltjes zoals stukjes gras, mos en heide.


Rups van de pluimzakdrager in zak - foto: Violet Middelman


Het rupsje sleept zijn huisje met zich mee en zal uiteindelijk verpoppen in het zakje. En dan, dan komt er een klein, zwart vlindertje uit. Als je goed kijkt is ie een beetje harig, en zijn de vleugeltjes doorschijnend. Klein maar fijn!

Een behaard lieveheersbeestje kruiste ons pad, ook weer een zeldzame soort. Op de zanderige gedeeltes zagen we veel gewone wegwespen, wespen die op een spin parasiteren. Ze vallen een spin aan, verlammen hem, slepen hem mee naar hun holletje en leggen hun eitjes bij (of in?) de spin. De spin blijft in leven tot het kroost van de wegwesp uitkomt. Dan is de spin, jammer maar helaas, voedsel voor de kleine wegwespjes.

Bij een stukje waar wat jonge boompjes zag Remco hoe een boomblauwtje eitjes afzette op de jonge twijgen van een vuilboompje. Schitterend om te zien hoe het vrouwtje haar achterlijfje tegen de takjes aan duwde en er een piepklein, lichtblauw eitje achterliet.


Ei afzettend boomblauwtje - foto: Violet Middelman


Het was heet, zo’n 27 °C, geen schaduw te bekennen. Het was zelfs te warm voor adders en hagedissen. Die bleven liever in hun koele holletje. Aan het begin van de middag was het tijd om naar een plekje met wat meer schaduw te gaan. Lekker! Hier gingen we op zoek naar de rupsjes van de bosparelmoer. Waardplant van deze vlinder is hengel, dus we zochten de hengelplantjes af. We kwamen heel veel kleine zwarte rupsjes tegen, maar dit waren geen van allen vlinderrupsjes. Het waren larven van een keversoort.

Onze laatste bestemming was een klein hoekje met heide. Het was op de valreep want de dag liep al ten einde. Toch bleek het meer dan de moeite waard: we vonden een populatie van wel 20 rupsen van de grauwe borstel, en dat op zo’n klein stukje!


Cor Kaldenbach speurt naar rupsen van de grauwe borstel - foto: Hetty Edrees


Een zeer zeldzaam mooi stukje want we zagen hier ook een zeldzaam kevertje voorbij komen. Voorbij komen rennen eigenlijk, het viel niet mee om een foto van het kevertje te maken! Gelukkig is het wel gelukt om een zodanige foto te maken dat de kever herkend kon worden als een mosloper (Lebia chlorocephala), wat ook weer een zeldzame soort blijkt te zijn! Tevens vonden we hier een rupsje van de bruine metaalvlinder (zeldzaam) en sloten we het bezoek af met gele, zwart gespikkelde rupsjes.


Rups sint jans vlinder - foto: Hetty Edrees


We hadden ze bijna over het hoofd gezien. We bekeken het plantje waar de rupsen op zaten en probeerden uit te maken welk plantje het kon zijn. Er werd een boek bijgehaald, waar zowel de vlinders, de rupsen en de waardplanten in worden vermeld en kwamen al snel uit op de sint-jansvlinder. Geen zeldzame soort, maar de rupsen waren zeker de moeite waard. We stonden er bijna bovenop met onze lompe voeten, en tot onze verbazing zaten er zeker meer dan 20 rupsen, verspreid over een paar vierkante meter.


Op dit stukje vonden we de Sint-jansvlinderrupsen - foto: Hetty Edrees


We hopen met onze waarnemingen van al deze zeldzame en minder zeldzame waarnemingen een waardevolle bijdrage te leveren voor het beheer van de verschillende gebieden op vliegveld Deelen. Aan de hand van de aangetroffen soorten flora en fauna wordt er een (maai)beleid gevoerd dat erop is gericht deze soorten te beschermen en in stand te houden.

Het gedeelte waar we als laatste een blik wierpen, dat kleine stukje heide, heeft bijvoorbeeld al een aangepast beheersysteem. Blijkbaar werpt dat zijn vruchten af, want hier hebben we veruit de meeste zeldzame soorten per vierkante meter gevonden!

Het was een warme en intensieve dag. Moe en rood verkleurd, maar met een voldaan gevoel, gingen we weer op huis aan.


Rups bruine metaalvlinder - foto: Hetty Edrees

maandag 3 mei 2010

De Bonte vliegenvangers

De bonte vliegenvangers

3 mei 2010, door Violet Middelman

Afgelopen woensdag ging ik eerst met de Vlinderwerkgroep IVN-Eemland het gebied De Stompert inventariseren. We vonden een aantal zeldzame rupsen, zagen gewone wegwespen (spinnendoders) vechten om een spin, er fladderden verschillende dag- en nachtvlinders rond en als toetje kruiste een reebokje ons pad. Het was ruim 12 uur geweest toen we het gebied verlieten en terugkeerden naar huis. Ik had niet veel tijd in verband met een volgende afspraak maar moest nog wel even wat eten. Het was prachtig weer, en de (nieuwe) kiosk bij de Lange Duinen lag op mijn weg. Een mooie plek om even snel iets te eten en te drinken. Terwijl ik aan een tafeltje zat werd mijn aandacht afgeleid door twee vogeltjes die druk bezig waren bij een nestkast. Ze vlogen het kastje in en uit, maar namen geen nestmateriaal of voedsel mee naar binnen. Ze leken vooral erg in hun sas met een ruimte waarin ze een gezinnetje zouden kunnen stichten. Constant waren ze in de buurt van de nestkast en vlogen ze speels achter elkaar aan.


Het bonte vliegenvanger mannetje toont zijn kleuren - foto: Violet Middelman


Een prachtig gezicht, maar wat voor vogeltjes waren het? Geen koolmezen of pimpelmezen, geen vinken, geen boomklevers… Voor mijn gevoel waren het vliegenvangers. Niet dat ik veel ervaring heb met die vogeltjes, maar toch. Het waren in ieder geval geen vogeltjes die ik dagelijks zag en ze hadden een dun snaveltje wat duidt op insecteneters. Ik maakte wat foto’s en genoot van het drukke gebeuren. Op een gegeven moment kwam er een grote bonte specht op bezoek. De specht (zeer groot in verhouding met de drukke vogeltjes) landde vlak boven de nestkast op de stam en ging daar op zoek naar voedsel. De vogeltjes kwamen direct aangevlogen en joegen de veel grotere vogel met veel herrie en druk vlieggedrag weg. Toch altijd bijzonder om te zien dat kleine vogeltjes zoveel durf hebben om hun territorium en/of kroost tegen grote rovers te beschermen.

Thuis gekomen zocht ik snel op internet welke vogels het geweest konden zijn en kwam inderdaad uit bij de vliegenvangers. Het ging om de bonte vliegenvanger. Schitterend dat ze bij ons in Soest misschien gaan broeden: het zijn echte trekvogels en waren een paar decennia terug zeker nog niet algemeen in Nederland. Maar ze komen hier steeds vaker voor. Het zijn typische holenbroeders, maar prefereren vaak een nestkast boven een natuurlijke holte. De bonte vliegenvangers overwinteren in West-Afrika, ten zuiden van de Sahel. Dat is zo’n 6000 km vliegen naar Nederland als ik het goed heb!

Zoals de naam ‘vliegenvanger’ al aangeeft leeft de bonte vliegenvanger uitsluitend van insecten.


Bonte vliegenvanger paartje (koppie uit nestkastopening = man en vogel rechts op tak = vrouw) - foto: Violet Middelman


Het bewuste nestkastje is gemaakt door Jaap van den Berg. Hij heeft voor het materiaal gebruik gemaakt van ‘Russisch grenen’: restanten van het hout dat voor de nieuwe kiosk (in blokhutvorm) is gebruikt. Bijzonder is dat de nestkasten pas vier weken geleden zijn geplaatst en er nu al duidelijk interesse voor was! Geweldig dat de natuur zo snel de nieuwe mogelijkheden benut! En ook maakt het duidelijk dat de natuur behoefte heeft aan extra nestgelegenheid.

Voorlopig is het nog de vraag of de bonte vliegenvangers hier ook daadwerkelijk gaan broeden, maar zoals ze de nestkast verdedigden, toen de grote bonte specht te dichtbij kwam, geeft aan dat ze het in ieder geval een mooie nestkast vonden!

Ik heb genoten van het prachtige schouwspel en hoop dat er nog veel meer mensen zijn die hiervan kunnen genieten. Om te zorgen dat de bonte vliegenvangers niet worden afgeschrikt blijft het natuurlijk zaak om afstand van de nestkast te houden. Vanaf het terras van de kiosk bij de Lange Duinen valt e.e.a. goed te bekijken. Het is dan ook niet nodig om de vogels te verstoren door vlak onder de nestkast te gaan staan!

Hopelijk gaan de bonte vliegenvangers er inderdaad nestelen, kunnen ze hun jongen ongestoord laten uitvliegen en kan iedereen die dat wil er ook van genieten.